Ik hou niet zo van eufemismen. En dat is nog zacht uitgedrukt.
Je kent ze wel, woorden die de harde realiteit in aardigheid verpakken. ‘Ik zit tussen twee jobs.’ Dat klinkt toffer dan: ‘ik zit zonder werk’. Een meningsverschil? Dat is slimmer dan een ruzie. Of: je voelt je wat ziekjes, maar in feite zit je thuis met een stevige griep.
Deze blog gaat over de zin en onzin van deze stijlfiguur. Wanneer zijn eufemismen op hun plaats? Wanneer vermijd je ze beter? Waar moet je op letten?
De gefluisterde waarheid
We gebruiken ze vaak, eufemismen. En da’s oké, want een paar goed gekozen woorden zorgen voor zachtheid in onze communicatie. We zijn immers fijngevoelig en inclusief. We willen niemand kwetsen. Eufemismen zijn een vorm van empathie, zeg maar.
Dit zijn enkele situaties waarin we onze woorden wikken en wegen:
We kiezen discretere woorden om taboes bespreekbaar te maken. Denk aan ‘het doen met elkaar’ voor ‘seks hebben’. Of ‘je darmtransit versnellen in geval van obstructie’ in plaats van ‘je stoelgang bevorderen’. Dat eigenlijk ook al een eufemisme is.
‘Hij is heengegaan’ in plaats van ‘hij is dood’ maakt een emotionele situatie minder beladen. Het klinkt zachter en misschien zelfs troostend.
‘Een bewoner van een verzorgtehuis ’ klinkt tactvoller dan ‘een patiënt’.
De tredmolen van eufemismen
We willen af van de connotatie die woorden oproepen. Gastarbeider. Ooit goed bedoeld, maar het suggereerde dat ze hier maar te gast waren, en dus buitenstaanders zijn en dat is niet inclusief.
Dat werd allochtoon. Polariserend. Of arbeidsimmigrant. Beperkend. Nieuwe Belg? Iemand met een migratie-achtergrond? Elke nieuwe term raakte onderweg in het politieke debat over integratie beladen.
Eufemismen slijten. Neem nu poetsvrouw. Dat klonk respectloos. Dus dat werd schoonmaakster. En toen dat niet meer acceptabel was: poetshulp. Hm ... Interieurverzorgster? Of wat te denken van facilitair medewerker? We zitten in een eindeloze cyclus van steeds nettere verpakkingen, maar geen mens snapt nog waarover je het hebt.
Harde feiten, wollig verpakt
Door je woordkeuze geef je impliciet ook een mening. Noem een poetshulp een interieurverzorgster en je geeft indirect te kennen dat je negatief denkt over poetshulpen.
In media, zaken en politiek doen ze het expliciet, op onze emotie inspelen met wollige taal. Ze scheppen een sfeer en ze beïnvloeden onze perceptie van de feiten. Ze framen controversiële beslissingen zo dat ze minder bedreigend lijken. Een herstructurering bijvoorbeeld. In feite een reeks harde ontslagen. Een budgettaire aanpassing? Verwacht je maar aan bezuinigingen.
Oké, goed. Je hoopt dat de reactie minder fel is. Maar de feiten veranderen niet. Wel hoe we de feiten interpreteren en ervaren. En als ze de feiten zo inpakken dat het de ernst van de realiteit minimaliseert? Dan is het ronduit misinformatie. Denk aan ‘collateral damage’ dat burgers die zijn omgekomen wegwuift. Oeps. Bij een preventieve actie? Nee, in de feiten is het een militaire operatie, in werkelijkheid een oorlog. Of een genocide.
Woorden als wapens
Manipuleren met woorden gebeurt overigens ook in de andere richting. Met dysfemismes, woorden die iets grover of kwetsender maken. “Catastrofe! Parasieten! Terroristen! Klimaatfundamentalisten!” Die scherpe, ongenuanceerde taal dient om de situatie gevaarlijker af te schilderen dan die eigenlijk is. Om sensatie in de media te creëren. Dysfemismes zijn ook bedoeld om onze emoties te bespelen, om onze perceptie van de feiten te beïnvloeden, en om het wij–zij-gevoel te versterken. Dit effe terzijde.
Noem een kat een kat
Ja, je kan de bittere pil vergulden, de impact van slecht nieuws verminderen en moeilijke situaties subtiel benaderen. Maar het is een probleem als je boodschap erdoor verwatert.
Wordt die minder concreet? Dan leidt dat tot verwarring.
Weet je patiënt dat ‘ongemak na de ingreep’ betekent dat die pijn kan hebben?
Begrijpt je huurder dat die moet verhuizen als je ‘verandering in de woonomstandigheden’ aankondigt?
Is het eerlijk als je minder persoonlijk contact met je cliënt aanduidt met ‘efficiëntiewinst’?
Verstop je je achter ‘een prijsaanpassing’ terwijl je prijzen stijgen?
Zeg het liever rechtuit. Kies voor precieze, directe en concrete woorden. Zorg dat je lezer weet wat je bedoelt. Voorkom dat die zich misleid voelt of wantrouwig is, omdat die doorziet dat je iets te verbergen hebt. Want we komen er heus wel achter dat het duurder wordt.
Comentários