Zo maak je komaf met lange, samengestelde woorden
Vraag je collega’s wat ze verstaan onder duidelijke taal, en de meesten antwoorden spontaan: “Korte woorden.”
Korte woorden zijn inderdaad een belangrijk onderdeel van duidelijke taal. Struikel jij bijvoorbeeld ook als je woorden leest zoals ‘nepopenhaard’ of ‘verkeersongelukstatistieken’?
Uiteraard heeft iedereen baat bij korte woorden. Maar het zijn vooral je laaggeletterde en anderstalige lezers die je er een plezier mee doet. En als ik je vertel dat woorden met vier lettergrepen al vaak te moeilijk zijn voor die lezers, dan weet je dat er werk aan de winkel is.
Hoe maak je genadeloos komaf met lange, samengestelde woorden? Ik geef je drie tips.
Trek het woord uit elkaar
Ik start met een binnenkoppertje: samengestelde woorden kan je uit elkaar trekken in verschillende korte woorden.
Enkele voorbeelden:
‘Fietssuggestiestrook’ wordt ‘suggestiestrook voor fietsers’.
‘Wegen- en rioleringswerken’ wordt ‘werken aan de weg en riolering’.
‘Coronamaatregelen’ wordt ‘maatregelen tegen corona’.
Ook al hoop ik dat we dat laatste woord niet snel meer hoeven te gebruiken.
Schrap een deel van de samenstelling
In sommige gevallen kan je een deel van de samenstelling gewoon schrappen. En de oorspronkelijke betekenis? Die blijft lekker overeind.
Enkele voorbeelden:
‘Door slechte weersomstandigheden’ wordt 'door het slechte weer’.
‘Binnen de gezinsomgeving’ wordt ‘binnen het gezin’.
‘In een werkcontext’ wordt ‘op het werk’.
Je kan in het begin van je tekst ook het lange woord voluit schrijven. In de rest van je tekst laat je dan een deel van de samenstelling subtiel weg.
Een voorbeeld? Hierzo:
‘Huisartsenwachtpost’ wordt ‘wachtpost’ in de rest van de tekst. Want een ‘wachtpost voor huisartsen’ klinkt een beetje vreemd. Alsof het een wachtpost is waar huisartsen terechtkunnen.
Voeg een koppelteken toe
Herwerk ik een tekst die specifiek bedoeld is voor laaggeletterde of anderstalige lezers? Kan ik een lang woord echt niet vereenvoudigen, omdat het nu eenmaal de courante term is binnen een organisatie of in een sector? Dan voeg ik een koppelteken toe.
Enkele voorbeelden:
‘Oudercontact’ wordt ‘ouder-contact’.
‘Woonzorgcentrum’ wordt ‘woon-zorgcentrum’.
‘Standaardtaal’ wordt ‘standaard-taal’.
Mag dat wel van het Groene Boekje, zomaar een koppelteken toevoegen? In het Groene Boekje zal je die woorden altijd zonder koppelteken terugvinden. Gelukkig bestaat er een soepele taalregel voor samengestelde woorden met een koppelteken.
Volgens de website van de Taalunie mag je een koppelteken toevoegen in deze gevallen:
als de klinkers botsen, zoals in ‘ski-instructeur’
als dat de leesbaarheid ten goede komt
Vooral dat laatste is interessant. Daarbij gelden deze vuistregels:
Hoe langer het samengestelde woord, hoe meer we neigen naar een koppelteken.
Hoe minder frequent het woord, hoe meer een koppelteken voor de hand ligt.
Ik voeg daar nog graag deze aan toe: als er veel medeklinkers op elkaar volgen in een samengesteld woord, zou ik ook een koppelteken toevoegen. Dat maakt het veel leesbaarder voor laaggeletterde en anderstalige lezers.
Een voorbeeld:
‘Kunststoffen’ wordt ‘kunst-stoffen’.
Toegegeven, die regel voor een koppelteken bevindt zich wat in een grijze zone. Wanneer is een samengesteld woord lang, of minder frequent? Eerlijk? Ik onthou vooral dat de leesbaarheid belangrijk is. En als je een tekst schrijft voor kwetsbare lezers, dan komen die koppel-tekens (!) zeer goed van pas. Lang leve de flexibiliteit van de taal!
Comments