Drie tips om zinnen in te korten
“Ik wil mooie, lange zinnen lezen op je examen, Farida.”
Aan het woord is mijn leraar Latijn. Ik ben ongeveer 16 jaar. Een tiener van het volgzame type bovendien. Dus ik doe wat mijn leraar zegt: op mijn examen brouw ik enkele ellenlange pareltjes. Trots dien ik mijn examen in. Mijn leraar knikt tevreden.
Wat ik op dat moment niet weet, is dat ik jaren later bij Wablieft het tegenovergestelde zal leren: korte en bondige zinnen schrijven. Misschien moest jij vroeger ook zinsdelen vlot aan elkaar breien. En misschien leer je nu met vallen en opstaan om je zinnen in te korten.
Ben je klaar om enkele tips te ontdekken waaraan je in eerste instantie niet dacht? Ik heb er drie voor jou in petto. En mijnheer Coppenholle, als je dit leest: sorry.
Werk met vraag en antwoord
Ik begin graag met een van mijn stokpaardjes: van een langere zin een vraag- en antwoordzin maken. Vooral zinnen die starten met ‘indien’, ‘als’ en ‘wanneer’ zijn perfecte kandidaten.
Zo was het:
Indien de huurder om welke reden dan ook zijn huurcontract wenst te annuleren, dient hij de verhuurder hiervan onmiddellijk in kennis te stellen.
Zo kan het ook:
Wil je het huurcontract annuleren? Laat dat meteen weten aan de verhuurder.
Nog even dit:
Zoals je ziet, werk ik niet alleen met vraag en antwoord:
Ik kort de zin verder in door het nietszeggende ‘om welke reden dan ook’ te schrappen.
‘Wensen te’, ‘dienen te’ en ‘in kennis stellen’ zijn voorbeelden van stoffige stadhuistaal. Verdiep je verder in stadhuistaal, en vooral in de alternatieven, met het blogartikel van mijn collega Katrien.
Ik ga er even vanuit dat de tekst bedoeld is voor de huurder. Daarom vervang ik ‘huurder’ meteen door het persoonlijke ‘je’. Ook over die persoonlijke aanspreekvorm blogde Katrien.
Heb je gemerkt dat ik in de antwoordzin overschakel naar een bevelvorm? Waarschijnlijk nu wel. En dat brengt me naadloos naar de volgende tip …
Beveel!
Gebruik de bevelvorm als je instructies geeft. Zinnen in een bevelvorm zijn vaak korter en lezen vlotter.
Zo was het:
Bewoners in de werfzone worden verzocht om vanaf maandag 4 januari op de dagen van huisvuilophaling het afval op een ordentelijke manier te verzamelen op de parking op de Grote Markt, naast het sanitaire blok.
Zo kan het ook:
Breng je afval elke week naar de parking op de Grote Markt, vanaf maandag 4 januari. Zet het naast de werftoiletten.
Nog even dit:
Ook hier ga ik een stapje verder dan enkel de zin inkorten. Ik ben misschien niet meer zo volgzaam als toen ik 16 was, grondig ben ik altijd geweest.
Ik ga ervan uit dat de brief enkel geadresseerd is aan de bewoners in de werfzone. De bevelvorm komt hier in de plaats van het onpersoonlijke ‘bewoners in de werfzone’. En zo heb ik meteen ook de passieve constructie ‘worden verzocht’ vervangen.
‘Op een ordentelijke manier’, wat moet je je daarbij voorstellen? Schrap het, of maak het concreet. Bijvoorbeeld: werp de zakken in de container.
Ik vermoed dat de ‘sanitaire blokken’ werftoiletten zijn, dus dan zou ik dat ook zo benoemen. Hoe concreter je iets maakt, hoe meer kans dat de bewoners je instructies volgen.
Of liever geen bevel?
In mijn trainingen merk ik dat niet alle deelnemers gewonnen zijn voor de bevelvorm. Ze vragen zich af of het niet te direct is. Misschien jij ook. Heb je gemerkt dat ik in dit blogartikel tot nu toe tien bevelvormen gebruikte? Waarschijnlijk niet. De meeste bevelvormen storen dus niet.
Vind je toch dat de bevelvorm niet past in een bepaalde zin? Hier zijn enkele alternatieven:
Breng je je afval? / Je brengt je afval.
Kan je je afval brengen? / Je kan je afval brengen.
Je moet je afval brengen / Je dient je afval te brengen.
Mogen we je vragen je afval te brengen? / We vragen je je afval te brengen.
Gelieve je afval te brengen.
Ik heb een uitgesproken voorkeur voor de bovenste alternatieven. Vanaf 'Je dient je afval te brengen' klinkt het stoffiger.
Maak lijstjes
Soms lukt het niet om een zin verder in te korten, omdat alle informatie bij elkaar hoort. In dat geval kan je de zin overzichtelijker maken met een lijstje.
Zo was het:
Niet-koolzuurhoudende dranken en een stuk fruit/koek/boterham zijn toegestaan in het examenlokaal om de concentratie en de energie op peil te houden.
Zo kan het ook:
Leerlingen mogen enkel dit drinken of eten in het examenlokaal:
dranken zonder koolzuur, zoals plat water of fruitsap
een stuk fruit, een koek, een boterham
Nog even dit:
‘Niet-koolzuurhoudende dranken’. Als ouder moet ik even nadenken wat de school ermee bedoelt. Ik heb het vereenvoudigd en ik voegde een voorbeeld toe. Duidelijker, toch?
‘Om de concentratie en de energie op peil te houden’ vind ik wat knullig klinken. Het is overbodig voor de kernboodschap van de zin. En het is moeilijk leesbaar voor anderstalige en laaggeletterde ouders. Dus weg ermee.
Wil je deze tips bewaren?
Download de pdf 'drie tips om zinnen in te korten'.
Comments